"Spreeuwarts Thoorenthien" (De Torentjes) en Dibbets.

Zicht op De Torentjes vanaf de Hoge Kanaaldijk te St. Pieter.

 

Zicht op De Torentjes vanaf de Lage Kanaaldijk te St. Pieter.

Zicht op De Torentjes vanaf het kerkhof van St. Pieter (Ursulinenweg). Foto's: Breur Henket.

Gebouwd op de ruïnes van een voormalig huis (1294). Een geheel in mergel opgetrokken en voor een groot gedeelte vernieuwd huis op rechthoekig grondplan met topgevels (trappen) en een uitgebouwde vierkanten toren met peer. In de muur haaks op de voorgevel bevindt zich een gevelsteen met het wapen van Nicolaes BEYSSEL, eigenaar van 17 mei 1525 -18 september 1541 van het pand. Binnenshuis zijn van elders afkomstige stukken verwerkt zoals een gedeelte van de 18de eeuwse lage gesneden lambrisering uit de Onze-Lieve-Vrouwekerk te Maastricht. Ook bouwelementen van het voormalige Statenhuis (hoek Vrijthof en Statenstraat) komen terecht bij De Torentjes. Huidige adres: Lage Kanaaldijk 63 / Ursulinenweg 1 te Maastricht.

Lambrisering van de schouw, vermoedelijk afkomstig uit de O. L. Vrouwekerk, Luiks, 1751-1753. Bron: Publications 1995. Foto: W. Opreij.

De monumenten in de gemeente Maastricht
1938: na de opheffing van het kapittel van O.L.Vrouw op 25 november 1797 is een gedeelte van de meubelen overgebracht naar de naburige St. Nicolaaskerk; een betimmering werd uit de kerk verwijderd, evenals enige schilderijen. Een gedeelte ervan kwam terecht in de kerk van Meerssen, een ander in het huis „de Torentjes” te St. Pieter: een gedeelte van de lage gesneden lambrisering uit de O. L. Vrouwekerk.

Het Statenhuis. Van 3 december 1794 tot 14 januari 1796 was hier het Maastrichtse Tribunal Supérieur gevestigd. Tekening van Philippus van Gulpen.

Op deze ansichtkaart is het Statenhuis nog net te zien op de hoek Vrijthof Statenstraat. Met dank aan Dhr. Fons Pieters.

Uitsnede.

Het oude Statenhuis, voorheen de Royporte (Rode Poort) later de Munt genoemd, gebouwd in 1720 naar een ontwerp van de ingenieurs van het garnizoen werd in 1830 verbouwd tot particulier huis door dokter Jan Hendrik Bosch en verhoogd met een verdieping. Dit  pand werd in 1913/1914 gesloopt en in 1918 vervangen door het voormalige Hoofdpostkantoor (hoek huidige Keizer Karelplein/Statenstraat).

 

 

De pilaren van de toegangspoort staan nu bij het huis de Torentjes aan de Ursulinenweg. Foto: Breur Henket. 

Josua de Grave (Amsterdam 1643 - Den Haag 1712), bij Maastricht 1670. Van 1669-1671 werkte hij te Maastricht.

Een prent van Valentijn Klotz (ca. 1652-1721): buijten Maestricht 1670.

 

De plek waar nu huize De Torentjes staat, was in de middeleeuwen bekend onder de naam Befort, welke naam later verbasterd werd tot Bevors en op de steen als Beauvors geschreven is; zie: Beauvors. 1358 schonk Egidius van "Bevorts" een jaarlijkse rente aan het altaar van het H. Kruis in de kerk van O. L. Vrouw te Maastricht, welke na zijn dood door zijn weduwe "heren Gielys vrouwe de Bovorts" betaald werd. Bij een deling te St. Pieter van 15 december 1438 krijgt Wilhelm BIRCHS een deel in het huis "de Torentjes": "eynen Wijngaerde met einen huys daerop staende". Hij draagt zijn deel over aan zijn schoonzus Aleijde (gehuwd geweest met zijn overleden broer Johan). In 1444 is er sprake van het land van Johan, zoon van Goert VAN BEVORTS. In 1525 werd het "Huys ende hoeff te Bovorts" genoemd. Aert Cruesen (Arnold CREUSEN) was toen eigenaar. Hij verkoopt het huid op 17 mei 1525 aan meester Claes BEYSSEL, doctor in de medicijnen (medicinae doctor) en kanunnik van het St. Servaaskapittel, voor de prijs van 185 gulden. Beyssel  was bevriend met de humanist Herbenus (1451 - 1538). Beyssel liet het huis in 1526 in vroegrenaissance stijl verbouwen.

De inscriptie op de wapensteen Beyssel maakt duidelijk dat hij dit landhuis had gekocht om er de vrienden van de Apollonische toon- en dichtkunst te laten vergaderen en te onthalen (De "apollonische" mens is vriendelijk en gematigd. Het zijn rustige mensen, ze hebben een afkeer van excessen, vermijden psychologische toestanden die verwarring scheppen en zoeken steeds het juiste midden. Dit in tegenstelling met de "dionysische" mens, deze zoekt het grandioze en spectaculaire). Gezien het jaartal 1526 boven het toegangspoortje en op verschillende schoorsteenmantels, heeft hij het een en ander aan het huis laten veranderen. Nicolaus Beyssel was in 1530 en 1536 schepen te St. Pieter. Hij was afkomstig uit een vermogend Akens geslacht en was tot kanunnik benoemd in 1492 als opvolger van Judocus Beyssel, benoemd 1468. Hij overleed 27 september 1541* en werd begraven, volgens zijn laatste wil "in porticu ecclesie Servatiane versus prememorantam suam domum" (het portaal dat hij dagelijks betrad) in de St. Servaaskerk naast het graf van zijn medekanunnik Petrus Tulman, waar zijn grafsteen te zien is bij de voormalige zuidelijke ingang. *In de lijst der kanunniken van het St. Servaaskapittel van 1468 af, samengesteld door de camerarius Brandts, laat men hem sterven op 28 september 1542. Dit laatste jaar nu komt overeen met het feit dat hij 26 augustus 1542 zijn gouden jubileum als kanunnik vierde. Zijn opvolger werd Simon Pluegers.

Het grafschrift luidt:

Hic Iacet in cripta doctor Beyselius, olim / Ingenio clarus, clarus et elogo. / Qui quondam varios miti medicamine morbos / Depulit a multis, hic modum pulsum agit. / Eia age, qui transis, misero sucCurre sepulto / Et pia funde, precor, vota precesque / ... XVc XLI mensis Septembris die 27. -

In de 17de en 18de eeuw wordt nog steeds de naam Biseltoren gebruikt om zijn voormalig buitenhuis aan te duiden. 18 september 1541 had Nicolaus BEYSSEL het huis reeds overgedragen aan zijn dienstmaagd Maria TUETELERS en haar kinderen Nicolaas en Hector. Zij verkopen het huis in 1543 aan Reynart SPREUWART gehuwd met Maria VAN BUEL.

Situatie anno 2007. Foto's: André Rieu Productions BV.

 

Detail.

Wapen Beissel:

d'argent à trois barbottes de sable, rangées en pal, la queue en bas; au franc-quartier d'or à 2 sceptres fleurdelysés de guelles, posés en sautoir.

Vrij vertaald: een gouden schild met een vrijkwartier, beladen met twee gekruiste leliescepters van rood, drie zwarte beitels.

Hierboven staat in minuskels (Gotisch schrift) Beauvors; aan weerszijde en onder het wapen:
me ponit amicus artis apolinAe / cultor nicolaus Beyssel A° XVc XXVI
(1526):

De (be)bouwer Nicolaus Beyssel heeft mij geplaatst voor zijn vrienden van de apollinische kunsten in het jaar 1526.

 

 

Betreffend wapen is aangebracht boven het tuinpoortje, zie pijl op de afbeelding. Foto: Breur Henket.

Opmerking: met beitels wordt bedoeld  een barbotte of puitaal - een kabeljauwachtige vis ("Beisken" of "Steinbeisser" in het Duits).

Puitaal.

Het tuinpoortje voor de restauratie. Bron foto: onbekend.

 

Lucas SPREUWART(S) en zijn echtgenote Cecile VAN DER HALLEN erfden de bezitting voor 1569. Hun zoon Theodore, geboren op 3 september 1609 te Tongeren en gehuwd met Anna THISIUS (THISIA), volgt op als eigenaar. Anna overleed 12 mei 1655 te Maastricht en werd begraven bij de Predikheren te Maastricht. Theodore was al overleden voor 1653.

 

Overlijdensinschrijving Anna Thisia in het begraafboek van de parochie St. Nicolaas te Maastricht.


Hun zoon Theodoor Renier SPREUWART draagt 30 oktober 1684 de bezitting - overigens in slechte staat verkerend - over aan Antoon VAES gehuwd met zijn zuster Anna Maria SPREUWART. Lambertus EIJSSEN bezit in 1747 een deel van het huis Beauvors (Boovers, Bovers) of een deel van de Torentjes; hij testeert 24 juli 1747 t.o.v. notaris F. D. Janssens te Maastricht, rentmeester en zaakwaarnemer van de familie De Vaes. Het huis heeft overigens tijdens de belegering van Maastricht tijdens de eindfase van de Oostenrijkse Successieoorlog in 1748 zwaar geleden. Jacobus de MÉE gehuwd met Maria Catharina ROOSEN  krijgt op 25 mei 1750 door ruil van andere landerijen met Michel François Antoine, baron de SELYS FANSON, het huis in bezit. Deze laatste was waarschijnlijk een neef van Jean Baptiste VAN DER VEKENE gehuwd met een kleindochter van Antoon VAES. Maria Catharina ROOSEN, douarière van Joannes Jacobus DEMÉE, in leven president-schepen van Luikse zijde te Maastricht, verkoopt het goed "Spreeuwarts toorntjes" 20 maart 1795 aan Martinus CLAESSENS gehuwd met Catharina JASPERS (met als onderpand voor de afgesloten obligatie o.a. "Den Rooden Haen"). Het huis De Torentjes was het beleg van Maastricht in 1794 niet ongeschonden doorgekomen. 

Zie: Petrus Egidius Klaessens.

Zijn zoon Winand CLAESSENS (KLAESSENS) wordt in 1810 eigenaar en bewoner van "De Torentjes". De aangebrachte gevelsteen met de tekst: "anno/W.K./1810" (geen afbeelding van bekend) wijst hier op.

 

Winand werd gedoopt op 22 juli 1762 te St. Pieter (de doop werd ook in Lixhe ingeschreven). Hij huwde Maria Ida LEMPERÉE, dochter van Aegidius L'EMPERÉ (LEMPERÉ) en Maria DEJAIR (DEJAIRE DEGEER)) omtrent 1797 te Lanaye.
Kinderen:

i. Maria Catharina CLAESSENS geboren op 16 juli 1798 (28 Messidor an VI) te St. Pieter. Zij overleed 16 september 1811, 13 jaar oud te St. Pieter en werd begraven op 18 september 1811 te St. Pieter. Zij woonde op het Torentje

ii. Maria Ida CLAESSENS geboren op 5 mei 1800 (15 Floréal an VIII) te St. Pieter. Zij huwde Wilhelmus ROYMANS (ROIJMANS ROOYMANS) 1 juni 1826 te St. Pieter. Maria overleed 23 januari 1867, De Torentjes 08.00 uur 66 jaar oud te St. Pieter. Maria werd begraven op 25 januari 1867 te St. Pieter.

iii. Maria Margaretha CLAESSENS geboren op 18 juni 1805 (29 Prairial an XIII) te St. Pieter. Maria overleed 18 juni 1805 te St. Pieter. Zij werd om 07.00 thuis gedoopt en overleed na de geboorte.

 

Winand overleed 5 november 1831, 69 jaar oud, De Torentjes te St. Pieter en werd 7 november 1831 te St. Pieter bijgezet. Maria Ida werd gedoopt op 26 februari 1765 te Lixhe. Zij overleed 22 december 1822, 57 jaar oud, De Torentjes 28 te St. Pieter en werd 24 december 1822 te St. Pieter begraven.
 

 

Uit: L'éclaireur : journal politique, commercial et littéraire de Maestricht van 11 maart 1829.
Bovenstaand uit: Het Vaderland van 27 juli 1926.

 

 

1842 neemt zijn schoonzoon Nicolaas ROOIJMANS het bezit over. Willem ROIJMANS, burgemeester van St. Pieter en herbergier werd opvolger-eigenaar van "De Torentjes". Zijn echtgenote Maria Ida CLAESSENS, dochter van Winand, overleed 23 januari 1867 op De Torentjes om 08.00 uur. Willems oom Hieronimus ROIJMANS (ROUMANS) was knecht bij Willem ROIJMANS "op het Thorentje" waar hij ook tijdens het knechtzijn woonde. Hieronimus werd gedoopt op 19 januari 1773 te St. Pieter als zoon van Hieronimus ROUWMANS (ROUMANS ROYMANS ROUSMANS) "den Ouden" en Maria Catharina DANIËLS. Hij huwde Antonia MAES 2 juni 1799 te Oudenbosch. Hieronimus overleed 16 oktober 1841, 68 jaar oud te Maastricht in de Abtstraat en werd 18 oktober 1841 te Maastricht begraven.

 

Le courrier de la Meuse van 22 januari 1860:
 

 

In 1869 bezat schoonzoon Petrus Hubertus Eduardus PEEREBOOM gehuwd met Maria Ida Hubertina ROOIJMANS "De Torentjes". Zij verkochten het goed in 1871 aan Nicolas PIERRE gehuwd met Maria Johanna TASNIER; zie: vak B 1.

 

Joseph Hubertus Martinus MAQUINÉ, zoon van Martinus Michael Nicolaas MAQUINÉ (Rijksambtenaar) en Maria Eva BONHOMME, overleed te St. Pieter op 14 april 1871, bijna 8 maanden oud op de Torentjes en werd 16 april 1871 begraven te St. Pieter. Joseph werd 25 augustus 1870 geboren te St. Pieter.
 

1907 koopt de bierbrouwer en antiekverzamelaar Nicolaas GILISSEN "De Torentjes". Gilissen was tevens gemeenteraadslid van St. Pieter. Hij verbouwde het huis ingrijpend. De toren werd verhoogd en ten noorden werd een fors bouwblok aangebracht. Alle gevels werden uitgevoerd met trapgevels; de portierswoning aan de Ursulinenweg werd in 1910 gebouwd. Het interieur van De Torentjes werd in aangepaste stijl ingericht met bouwfragmenten, die van elders afkomstig zijn.

Zie: vak D.

 

De portierswoning aan de Ursulinenweg.

 

 

28 mei 1935 werd het bekende buitenverblijf  Huize "De Torentjes" te St. Pieter, gemeente Maastricht met de daaromheen gelegen diverse bezittingen, alles kadastraal gemeente Sint Pieter sectie B. geveild. De openbare verkoping van de schilderijenantiquiteiten, meubelen, munten, boeken enz. uitmakende van de in boedel van „De Torentjes" zou plaatshebben in de maand juni 1935. Gemeente Maastricht kocht het huis „de Torentjes" voor een bedrag van f 12.000.--.

Gedeelte advertentie uit de Limburger Koerier van 11 mei 1935:

De weduwe van baron VAN HÖVELL TOT WESTERFLIER, Marie Cornélie Aimée barones SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE woonde op de Torentje na het overlijden van haar echtgenoot in 1936 tot aan haar overlijden in 1975 (?). Eduard Otto Joseph Maria baron van van Wezeveld en Westerflier, bekend onder de naam Van Hövell tot Westerflier, was burgemeester en commissaris der Koningin in Limburg. Hij was een zoon van Clemens Alexander Antonius baron Van Hövell van Wezeveld en Westerflier en jkvr. Elisabeth Theodora Maria Theresia de Kuyper. Hij werd geboren te Twello, Gemeente Voorst op 28 maart 1877 en overleed te Bosvoorde, Gemeente Brussel op 12 februari 1936. Gehuwd op 31 mei 1910 met Marie Cornélie Aimée barones Schimmelpenninck van der Oye, geboren op 29 november 1887 te Goes en overleden op 14 juli 1975 te Heelsum (Gelderland).

In de jaren 50 verwierf Marcel Jules Louis Marie TIELENS (de familie TIELENS-BONHOMME) de Torentjes. Zie: de graven langs de buitenmuur van de kerk. Het complex werd "gekraakt" door enkele "creatieve" personen.

 

De familie Gerard PANHUYSEN-OOMEN, Gerard was historicus en archivaris, woonde er van 1950 tot 1966; zie: vak O. Pastoor Theunissen heeft bij de her-ingebruikname van de oude kerk van Sint Pieter "boven" in 1954 zijn inauguratiediner in de grote zaal gehouden. Later woonde het gezin van Theo en Loes POSTMES-MOERDIJK, Theo was bioloog/biochemicus en leraar, op de Torentjes. Limburgsch dagblad
 

Limburgsch dagblad van 18 april 1972:
Dieven sloegen slag in kasteel te Maastricht
MAASTRICHT, 18 april - Uit een vertrek van kasteel De Drie Torentjes aan de Ursulinenweg te Maastricht zijn, zo bleek gisteren, zestig klassieke langspeelplaten, een dure pick-up en versterker en twee luidsprekerboxen gestolen. Verder verdwenen een antiek Mariabeeldje, vijftien oude munten een eiken leunstoel, een documentenkoffertje, een plunjezak met slaapzakken en twee zakken met kleren. De goederen, eigendom van de 23-jarige Drentse student A. G. waren voorlopig in het kasteel opgeslagen.

Musketier d'Artagnan zou in de Torentjes zijn laatste ontbijt genuttigd hebben; dat zou dan zijn geweest op 24 juni 1673. Wie dit "verhaal" kond heeft gegeven of op welke bron dit feit is gebaseerd, weet ik niet. Zie: Navagne / Van 't gruwelijk verraet in den jaere 1638 op Maestricht gepractiseert. d'Artagnan en Dagblad de Limburger meldt:

Een collage van foto's uit de tijd van de diverse bewoners van de Torentjes. Bron: collectie Breur Henket.

 

Een opvoering van de opera De Stomme van Portici (La Muette de Portici ) op 25 augustus 1830 in de Muntschouwburg van Brussel gegeven ter viering van de 59ste verjaardag van koning Willem I bracht de gemoederen van de toeschouwers blijkbaar zo sterk in beweging, dat er anti-Hollandse relletjes uitbraken, die tot de Belgische Opstand zouden leiden. Tijdens de Belgische opstand verkeerde Maastricht 9 jaar lang in staat van beleg (1830-1839). Luitenant-generaal Dibbets was militair commandant van de vesting Maastricht. Dibbets was getrouwd met barones Julia Johanna van Tengnagell, een directe afstammeling van Daniël Wolf baron von Dopff (1650-1718), de bouwer van het kasteel Neercanne en eerste steenlegger van het nieuwe Statenhuis in 1700. Belgisch gezinde Maastrichtenaren vergaderden regelmatig in het geheim in de herberg op de Torentjes te St. Pieter om een samenzwering uit te voeren. De samenzwering mislukte jammerlijk. Veel Maastrichtenaren waren Belgisch gezind; Luik, het Walenland, Aken en het Rijnland waren eeuwenlang handelspartners. De meeste Maastrichtenaren spraken beter Frans en Duits dan Nederlands. De Hollandse steden waren ver weg en de inwoners van deze steden beleden vaak ook een andere godsdienst. De isolatie van Maastricht door Koning Willem I (1772-1843) met alle negatieve economische gevolgen en het strenge regiem van Generaal Dibbets zette kwaad bloed bij vele Maastrichtenaren. Er heerste door het verbod tot handel veel armoede in de stad; wandelen buiten de poorten was niet meer mogelijk zonder permissie en de wallen waren verboden gebied.

 

Tafereel Belgische revolutie 1830 door Egidius Karel Gustaaf, Baron Wappers (1803 - 1874) in het Musée d'Art Ancien te Brussel.

 

In de Kroniek van de stad Maastricht geschreven door Philippus van Gulpen lezen wij: "Den 24 Dec. (1830) deed Luit.-generaal Dibbetz buiten de Wijker poort vier huizen afbreken en op de Bek twee. Den 25 Dec. schooten de militairen met een twaalfponder met schroot geladen op vier schippers, die met een geladen schip 's nagts om elf uren door de Maasbrug voeren. Een schipper bleef dood die te Haren begraven is, eenen kreeg een been en een arm af. Men liet geen vreemden in de stad comen. Zij wirden aan de poorten afgewezen."

 

 

"Z.Ex den Heere B.J.C. Dibbetz, Opperbevelhebber der vesting Maastricht". P. Barbiers del. steendr. van Desguerrois en Cie. Onder het portret een lauwerkrans waarin de woorden: "Hulde moed beleid en trouw". Bron: Collectie Prenten, tekeningen en fotocollectie Rijksarchief Limburg.

Tapijnkazerne. Monument Generaal Dibbets.

De aangebrachte gedenksteen voor Dibbets onder de Noorderbrug. Foto: Frits Widdershoven.

De onthulling van deze gedenksteen op 15 mei 2006. Foto: Johannes Timmermans.

 

In het traktaat van Londen, een overeenkomst tussen Engeland, Frankrijk, Pruisen, Oostenrijk, Rusland, Nederland en België, op 19 april 1839 in Londen getekend, werd de definitieve grens tussen België en Nederland vastgelegd. De deling van de Nederlanden werd definitief tot grote spijt van veel Limburgers.

2 april 1839 werd Dibbets met militaire eer begraven te Maastricht op het protestants gedeelte van de Algemene Begraafplaats Tongerseweg. Een monument ter nagedachtenis van Dibbets werd opgericht in de vestingwerken aan de Nieuwe Bossche Fronten bij Bastion C. Na het afsterven van de luit.-generaal Dibbets, opperbevelhebber van Maastricht, beval Z.M. (koning Willem I) dat zijn lijk begraven zou worden in een der bastions; en dat dit bastion voortaan bastion Dibbets zou genoemd worden. In 1926 werd omwille van de uitbreiding van de Veemarkt aan de Boschpoort het grafmonument verplaatst naar de Tapijnkazerne. Het gietijzeren grafmonument werd in het donker verhuisd om ophef te voorkomen.

 

Wil Lem publiceerde in De Ster van 11 januari 2008 een artikel over het "herontdekte" oorspronkelijke grafmonument van Dibbets. Wil maakt zich sterk voor het opgraven van de stoffelijke resten van Dibbets en het terugplaatsen van het grafmonument binnen het gebiedsplan Belvedère, liefst natuurlijk, indien mogelijk, op de oorspronkelijke locatie. Foto: collectie Dhr. Wil Lem.

 

Het Dibbetsbastion is om het Boschpoortravelijn aangelegd in 1816 en bestond uit een bemuurde aarde wal waarvan het metselwerk zes tot negen meter hoog was. De oostelijke zijde is afgegraven voor de verlegging van de Zuid Willemsvaart. Hiervoor is tevens het kazemat afgebroken. De vraag blijft of alle resten van het kazemat zijn verwijderd omdat het overgrote deel van het kazemat zich niet in het kanaaltracé bevindt.
Aan de noordwestelijke zijde is de gracht om de Bossche Fronten uitgediept als havenkom. Van oorsprong stond deze gracht droog en kon in oorlogstijd via het Jekerkanaal worden geïnundeerd. Volgens de plannen van deze havenkom zou het Dibbetsbastion aan deze zijde worden gehandhaafd. De bastionmuren zijn echter geheel aangepast als havenkade en lijken geen details van hun eerdere verleden te vertonen.

Aan de binnenzijde - het terreplein - bevond zich de graftombe van Dibbets uit 1839-1941. In 1926 werd het grafmonument verplaatst. De grafkelder met de stoffelijke resten bleef achter.

Bestektekening voor de havenkom onder Van Gendt. De zwarte lijn betreft het spoorwegtracé. Aangeduid met de rode pijl: de graftombe van Dibbets. Bron: Bestemmingsplan Timmerfabriek Gemeente Maastricht.

In 1880 wordt er een proces-verbaal opgemaakt van overgave en overname van Domeingronden door het Domeinbestuur aan 's Rijkswaterstaat. Het grafmonument van Baron des Tombes wordt eveneens overgedragen. a.a.a.a. zijn vier hardstenen grenspalen. Collectie R.H.C.L.

 

26 september 1925 verscheen een artikel van Alofs in de Limburger Koerier onder de titel "Wie Was Dibbets". In de Limburger Koerier van 28 oktober 1925 reageert J. Schaepkens van Riempst op het artikel over Dibbets van Alofs. Klik om in te zoomen.

Detail uit een kaart uit 1846. Bron:

inventaris Rijkswaterstaat te Maastricht 07.H05/2 nrs. 1725 - 1727 - 1729.

1925: detail uit een luchtfoto. Bron: collectie Breur Henket.

Monumentaal Maastricht verzamelalbum nr. 89 St. Pieter, huis  "De Torentjes". Gekocht bij Drogisterij Parfumerie W. E. M. Palmans, Glacisweg 26 St. Pieter.

St. Pieter, huis De Torentjes zoals afgebeeld in C.A. Huygen en J.A.Vrugt: Monumentaal Maastricht Foto-album II nr. 89. Een uitgave van de Vereniging Monumentaal Eigendom Limburg te Maastricht - 1966. Deze ansichtkaart werd ook los verkocht bij Drogisterij Parfumerie W.E.M. Palmans, Glacisweg 26 St. Pieter. Foto: collectie Breur Henket.

Christoffel Hendrik Dijkman: De Torentjes. Zie: Christoffel Hendrik Dijkman.

Herman Van den Bosch: de Torentjes met kanaal. Zie: http://www.hermanvandenbosch.nl

De Torentjes, kanaal en kerk van St. Pieter "boven". Foto: collectie Breur Henket.

Ineke Henket-Lamberti schreef n.a.v. de vraag van Jef Bastiaens over dit optrekje:

 

Het grote huis “De Torentjes” nu van André Rieu, werd in 1795 aangekocht door een van mijn voorouders Martinus Claessens. Hieronder een stukje uit de aankoopakte:

 

"Bij akte verleden voor notaris L.H.Wouters te Maastricht op 18 maart 1795, geregistreerd door het gerecht te Sint Pieter op 20 maart 1795, verkoopt Maria Catharina Roosen, douariere (adelijke weduwe) van Joannes Jacobus de Mée, in leven schepenen-president van Luikse zijde te Maastricht, aan Martinus Claessens te Sint Pieter, gehuwd met Catharina Jaspars, een goed, genaamd "Spreeuwarts Thoorenthien" ("De Torentjes") voorheen het huis "Bovorts", "Bevorts" of "Beauvors", te Sint Pieter, voor 7.000 gulden."

De koper verobligeert voor een gedeelte van de koopsom o.a. zijn woonhuis met aanhorig hof en stallingen te Sint Pieter langs de berg aan de Maas, genaamd "Den Rooden Haen".

 

In plaats van een deftig buitenverblijf van Maastrichtse Magistraatpersonen, werd het gebouw gebruikt als boerenhuis, herberg enz.

 

Dan het huisje beneden langs de weg en langs de Maas. Hier woonde omstreeks 1800 de familie van Petrus Thijssen en Anna Elisabeth van den Bergh. Adres: “Onder de Torentjes”. Hun kleinzoon Matheus Rosier heeft hier ook gewoond, samen met zijn moeder nadat zijn vader Thomas in 1836 was overleden. Zij woonden in bij een zus van zijn moeder Maria Anna en haar man Johannes Braeken. Adres in 1840 “Langs de Maas 29 en in 1848 nr. 28 (de nummering en benaming van de weg veranderde nog al eens). Nu is dit Lage Kanaaldijk 65. Nakomelingen van deze Matheus Rosier wonen nu nog op de Lage Kanaaldijk 72.

 

Maar in dit huis onder de torentjes woonden vanaf 1926 een zus van mijn oma, Belke Rosier met haar man Väös Vangangelt. Mijn oma Netta Rosier heeft van 1958 tot 1962 bij haar zus op een kamer aan de voorkant en een “keukentje” aan de achterkant gewoond. In die tijd ging ik met een nichtje in de grote vakantie altijd een week bij haar logeren. Wij mochten dan in een groot bed van tant Bel slapen in de kamer tegenover die van mijn oma. Naast het huis stond aan de rechterkant nog een kleiner huis, de schuur was er toen niet meer. Wel had het huis toen al een verdieping erbij. Aan de rechterkant was een poort. In het gedeelte achter die poort was ook het “huiske”, toegangsdeur met een hartje en nog een w.c. die bestond uit een plank met een gat in het midden.

Nadat tant Bel en Noonk Väös naar “de Molenhof” verhuisden, kochten hun kleindochter Ella en haar man het huis.

Toen er enkele jaren geleden een hek om het huis was geplaatst en het op instorten stond vond ik dat heel erg. Dit huis had voor mij zoveel leuke herinneringen, jammer als dat zou verdwijnen. Gelukkig mocht het niet helemaal worden gesloopt, de voorgevel bleef staan en de bekende eigenaar van de Torentjes maakte er iets moois van. En de “moostem” van Noonk Väös heeft plaats gemaakt voor een “lusthof”.

 

Toen ik er drie jaar geleden tijdens een uitstapje met mijn groep kleuters langs liep, kon ik de kleuters nog wijzen achter welk raam mijn oma woonde en achter welk raam ik zelf had geslapen; dit blijft bijzonder.

 

Isabella Antonia (Bèlke) Rosier.

Het mooshöfke.

 

Tekening op de voorzijde van de uitnodiging t.g.v. het 50-jarige huwelijksjubileum van Väös Vangangelt en Bèlke Rosier op 3 juli 1976.

Foto's: collectie fam. Rosier.

 

 

 

Het huisje - Lage Kanaaldijk 65 - werd van 2005-2007 gerestaureerd en verbouwd. Dit huis is het voormalige woonhuis van Servatius Wilhelmus Hubertus VANGANGELT (Väös) en Isabella Antonia ROSIER (Bèlke). Zie ook: geraadpleegde literatuur en bronnen.

Laatste uitbreiding 2007-2012. Hoek Ursulinenweg/Lage Kanaaldijk, voormalig café De Grot. Foto's: Breur Henket.